Hoe maak je een gebouw dat gesloten overkomt, maar dat tegelijkertijd heel transparant is en in verbinding staat met de omringende tuin?
September 9, 2017

Bas ten Brinke, architect bezoekerscentrum Hof van Duivenvoorde, bedacht twee oplossingen.

more...

Architect bezoekerscentrum oplossing deel 1: maak het bezoekerscentrum half transparant, zodat het eruitziet alsof het van hout is, terwijl de binnenkant een en al glas is:

Allereerst maakten we ons bezoekerspaviljoen half transparant. Van een afstandje lijkt het bezoekerspaviljoen een houten kist te zijn. Maar schijn bedriegt. Eenmaal binnen zie je dat het bezoekerscentrum bijna volledig van glas is. De houten gevelbekleding loopt voor de helft voor de ruiten langs.

De transparante geveldelen bevinden zich aan de tuinzijde van het bezoekerscentrum en in het schuine dakvlak. Enkele ramen zijn doorgetrokken over de nok en lopen door tot in het achterdakvlak.

De bezoekers van Hof van Duivenvoorde stappen een massieve schuur binnen, maar bevinden zich vervolgens in een vederlicht gebouwtje dat uitkijkt op de boomgaard van de Leidse tuin en de eeuwenoude, statige eikenbomen die het landgoed zijn grandeur geven.

Architect bezoekerscentrum oplossing deel 2: maak een bezoekerscentrum dat ‘leeft’; dat je kunt openzetten, zodat het uitnodigend is en dat je weer kunt sluiten als je de traditionele schuur terug wilt:

Een glazen schuur die voor de helft is bekleed met planken kan gaan aanvoelen als een gevangenis met tralies. Daarom was ons architectenbureau er niet met alleen oplossing 1.

Uiteindelijk besloten we het bezoekerscentrum tot leven te wekken: in ons ontwerp namen we negen beweegbare geveldelen op, die je met een afstandsbediening kunt laten opklappen tot de gewenste hoogte. Is het gebouw ‘open’, dan zijn de ruiten vrij en worden de deuren toegankelijk.

De opgeklapte luiken krijgen de functie van zonwering, want ze zorgen ook voor schaduw. De deuren kunnen ’s zomers wijd opengezet worden en het hele jaar rond voelen bezoekers zich uitgenodigd om naar binnen te stappen.

De vorm: een schuur in optima forma.

Nu we wisten met welk concept ons architectenbureau dit bezoekerscentrum zou maken, konden we het ontwerpproces beginnen. Allereerst zochten we naar de ultieme vorm. Zoals eerder gezegd was een schuurvorm een harde eis van de opdrachtgever vanuit het landschapsplan.

We ontwierpen een gebouw met een relatief lage nok, zodat het volume perfect in verhouding is. Iedereen ziet meteen dat de basisvorm van dit bezoekerscentrum een schuur is. Hadden we de nok puntiger of juist platter gemaakt, dan zou die associatie niet zo sterk zijn.

Om de hoofdvorm zo zuiver mogelijk te houden, hebben we het bezoekerscentrum geen dakgoot gegeven. De regen loopt over de gevel naar een goot in de grond.

Het interieur: een ruimtelijk gevoel met drie functies

We wilden aan de binnenzijde van het bezoekerscentrum per se de ruimtelijkheid bewaren. Dat was een uitdaging, omdat we drie functies in het gebouw moesten inpassen, maar slechts 180 m2 tot onze beschikking hadden.

Het interieur is uiteindelijk van links naar rechts als volgt opgebouwd: keuken – restaurant – toiletten met daar tegenover de gaderobe en 48 kluisjes – landgoedwinkel en museum. Het was een heel gepuzzel om aan alle partijen (restaurant, museum annex landgoedwinkel en gidsen) tegemoet te komen. Alsof je met drie families in één auto op vakantie gaat. Iedereen wil zijn spullen meenemen en ook nog een leuke reis hebben.

De toiletunit is een los blok in de ruimte geworden. Deze scheidt op een natuurlijke manier het restaurant van de landgoedwinkel. Omdat je aan twee zijden langs de toiletunit kunt kijken, kun je, wanneer je tegen de kopgevel aan staat, de volledige ruimte ervaren.

Ook de keuken is een los blok. Deze is tegen de kopgevel aangeschoven. Net als de toiletunit heeft de keuken een eigen, plat plafond. Glazen ruiten creëren boven beide blokken een transparant zoldertje. Zo zijn de ruimtes gedefinieerd, maar blijven de zichtlijnen intact.

De betonnen vloer past goed bij de functie en het karakter van het gebouw. De styling is gedaan door de vaste styliste van Duivenvoorde.

Het exterieur: houten gevelbekleding met 15 jaar garantie

Welk soort hout we het beste konden gebruiken, was snel duidelijk. In Nederland zijn eigenlijk maar drie houtsoorten geschikt om buiten onbehandeld te gebruiken: lariks, western red cedar en veredelde, duurzame houtsoorten zoals NobelWood.

We kozen voor de laatste, omdat de leverancier van NobelWood 15 jaar garantie op zijn product biedt. Daarnaast is NobelWood de hardste van de hierboven genoemde houtsoorten. Belangrijk bij een bezoekersgebouw, want je wilt niet meteen een buts in de gevel wanneer iemand zijn fiets er tegenaan zet.

NobelWood krijgt in de loop der jaren een prachtige, zachtgrijze kleur. Om hier alvast rekening mee te houden, hebben we de binnenzijde van de geveldelen gewhitewasht. Over een jaar of twee heeft het gebouw aan de binnenzijde ongeveer dezelfde houtkleur als aan de buitenzijde.

Tot zo ver de makkelijke onderdelen van ons werk. De echte breinbreker werd: hoe laten we de geveldelen openen? De aannemer had er een hard hoofd in. Hij geloofde niet dat we het levende gebouw dat op de tekening stond konden maken.

De echte breinbreker: de scharnieren van de bewegende geveldelen

En dus moesten we de scharnieren en het geleidesysteem zelf engineeren. Om erachter te komen hoe we de zware geveldelen op konden tillen, zijn we gaan praten met verschillende partijen, zoals een machinebouwers, bedrijven in de glasbouwindustrie en rolluikleveranciers.

Tot bijna het einde van het project zijn we de aannemer blijven overtuigen van de werkbaarheid van het systeem. Met veel assistentie zijn de luiken uiteindelijk gerealiseerd. En ze werken!

Het proces: veel partijen met ieder een eigen wens

Ook het realisatieproces was af en toe uitdagend. Het qualityteam mocht dan na het zien van de eerste tekeningen enthousiast zijn en de welstandscommissie kon mooie complimenten geven, de monumentencommissie moesten we ook mee krijgen. En deze vond het gebouw veel te ver gaan. Zij vond het bezoekerscentrum te vernieuwend om te passen bij een rijksmonument. Na meerdere gesprekken en een paar kleine aanpassingen kregen we gelukkig toch een go.

De poortwachter van bezoekerscentrum de Hof van Duivenvoorde tijdens de bouw (foto: Duivenvoorde)

De opening: “adelijke kwaliteit”

Bezoekerscentrum de Hof van Duivenvoorde is inmiddels geopend. De reacties zijn hartverwarmend. Annette de Vries, directeur van Stichting Duivenvoorde, is trots op de geleverde kwaliteit en noemt het bezoekerspaviljoen: “een ommuurde en prettig beschutte plek van adellijke kwaliteit als begin- of eindpunt voor een bezoek aan het kasteel of landschapspark. Met het bezoekerspaviljoen kan Duivenvoorde aan het publiek – families, wandelaars, liefhebbers van kunst en erfgoed en toeristen – de gastvrije ontvangst bieden die hoort bij de allure van dit eeuwenoude adellijke landgoed. Het hele jaar door.”

Bas ten Brinke, architect bezoekerscentrum Hof van Duivenvoorde: “Ik ben ontzettend trots op dit gebouw.”

Bas ten Brinke, de architect van bezoekerscentrum Hof van Duivenvoorde is trots op het bezoekerspaviljoen dat zijn architectenbureau heeft gemaakt. “De Hof van Duivenvoorde is een bezoekerscentrum dat wezenlijk anders is dan alle andere gebouwen die we kennen, maar heeft tegelijkertijd een groot respect voor de geschiedenis van het rijksmonument waar het op staat. Het proces heeft het uiterste gevraagd van zowel van mij persoonlijk als van mijn team, maar we hebben het toch maar mooi voor elkaar gekregen! Het meest trots ben ik op het feit dat het gebouw echt leeft. Het engineeren van de bewegende geveldelen heeft heel wat slapeloze nachten gekost, maar dat was het zeker waard. Zonder volharding geen kunst.”

Hier ziet u alle foto’s van Bezoekerspaviljoen Hof van Duivenvoorde.

Wilt u weten hoe ons architectenbureau u kan helpen bij de realisatie van uw bezoekerscentrum?

Bas ten Brinke, architect bezoekerscentrum Duivenvoorde, vertelt u graag in een persoonlijk gesprek wat belangrijk is bij de realisatie van een bezoekerscentrum. Maak een afspraak via 036 54 02 900 of info@70f.com We ontmoeten u graag binnenkort.

70F architect bezoekerscentrum Hof van Duivenvoorde
September 9, 2017

Bas ten Brinke, architect bezoekerscentrum Hof van Duivenvoorde, maakte een bezoekerspaviljoen dat ‘leeft’. Duivenvoorde is een uniek en nog steeds bewoond kasteel en landgoed waarvan de wortels teruggaan tot in de 13e eeuw. Alles hier ademt respect voor tradities en geschiedenis. Statige lanen, oude bomen, romantische tuinen.

more...

Duivenvoorde is een uniek en nog steeds bewoond kasteel en landgoed waarvan de wortels teruggaan tot in de 13e eeuw. Alles hier ademt respect voor tradities en geschiedenis. Statige lanen, oude bomen, romantische tuinen.

Toch werd juist 70F architecture, bekend om haar moderne architectuur, gevraagd om hier een bezoekerscentrum te bouwen. In de Leidse tuin om precies te zijn, de ommuurde boomgaard nabij het kasteel.

Bouwen op een rijksmonument is een unieke aangelegenheid. En zoals te verwachten viel, had het feit dat ons architectenbureau een modern en vernieuwend bezoekersgebouw ontwierp, heel wat voeten in de aarde.

Maar het is gelukt! Op 8 September 2017, een prachtige, regenachtige herfstdag, werd bezoekerscentrum de Hof van Duivenvoorde officieel geopend. Fotografe en voormalig nieuwspresentatrice Sacha de Boer die de opening verrichtte was onder de indruk: “Ik vind het zo mooi. Als het kon zou ik hier wel willen wonen.”

70F architecture, architect bezoekerscentrum de Hof van Duivenvoorde, maakte een gebouw dat ‘leeft’.

Onze opdracht: bouw een bezoekerscentrum in de vorm van een schuur.

Begin 2016 benaderde Stichting Duivenvoorde ons architectenbureau met de vraag of wij een bezoekerscentrum voor hen konden realiseren. Ze hadden de Schaapskooi gezien, waarmee we het World Architecture Festival 2008 wonnen, en waren onder de indruk. De stichting wilde iets soort gelijks: een gebouw dat tegelijkertijd klassiek en vernieuwend is. Precies zoals Duivenvoorde zelf is.

De opdracht die we meekregen was heel specifiek:

ontwerp een gebouw (6 x 30 meter) met een schuurachtig karakter dat ruimte biedt aan een restaurant, een museumwinkel en de gidsen die bezoekers rondleiden over het landgoed.

Waarom een schuur? Alleen deze vorm zou passen in het plan dat landschapsarchitect Michael van Gessel in de periode 2011 – 2015 uitvoerde. Het gebouw zou hier – met een beetje fantasie – al zeven eeuwen moeten kunnen staan.

Onze uitdaging: hoe maak je van een donkere schuur een licht bezoekerspaviljoen?

Bij het maken van het concept van de Hof van Duivenvoorde namen we de traditionele kenmerken van een schuur als uitgangspunt.

Een schuur heeft:

  • een gesloten karakter
  • geen ramen
  • een kap (puntdak) in combinatie met een relatief lage goothoogte

Tegenover deze eigenschappen zetten we de kenmerken van een bezoekerspaviljoen waar mensen graag komen.

Een succesvol bezoekerspaviljoen heeft:

  • een sterke relatie met de omgeving
  • veel lichtinval
  • de vorm maakt in principe niet uit, maar een ruimtelijk interieur is fijn

We hadden daarmee een eisenpakket samengesteld dat behoorlijk conflicteerde. De vraag die architect bezoekerscentrum Ten Brinke bezighield.



Herfst in Natuurcentrum Het Eksternest
October 24, 2017

Mens en natuur verbinden. In 2001 voltooide ons architectenbureau Natuurcentrum Het Eksternest. Hier krijgt elke Almeerse leerling natuuronderwijs.

more...

Natuurcentrum Het Eksternest is een uitnodigend gebouwtje dat op Stadslandgoed de Kemphaan in Almere staat. Het is eigendom van Stad & Natuur, de organisatie die op negen locaties in Almere “de natuur dichterbij de mensen brengt en de mensen dichterbij de natuur”.

Naar verluid werd het eerste sollicitatiegesprek met Annemarie Jorritsma in dit gebouwtje gevoerd. Jorritsma wilde burgemeester van Almere worden en werd dat ook. Met Natuurcentrum Het Eksternest wilde de gemeente laten zien hoe mooi de stad is.

Natuurcentrum Het Eksternest is er voor alle Almeerse basisschoolleerlingen.

Alle Almeerse basisschoolleerlingen krijgen minimaal een keer in hun schoolcarrière natuuronderwijs in Het Eksternest. Er zijn dan ook twee grote leslokalen in het gebouw. Door de bijzondere architectuur vallen die van buiten goed op. Het grootste gedeelte van de gevel van Het Eksternest is bekleed met cortenstaal. Een materiaal dat – vooral nu, in de herfst – een echte natuurkleur heeft. De twee leslokalen echter, zijn wit gestuukt. Ze schuiven daarbij ook nog eens uit het basisgebouw. Als twee dozen die van binnenuit naar buiten zijn geduwd. Zowel de muren als de vloeren zweven boven het stadslandgoed.

Vanuit het gebouw stap je zo de natuur in.

De twee leslokalen zijn precies even groot. De weidezaal heeft aan de korte kant een glaswand, de waterzaal aan de lange zijde. In deze glazen wanden zitten schuifdeuren die toegang bieden tot een trappetje. Op deze manier stappen de leerlingen zo de natuur in. De architectuur van dit natuurcentrum sluit hiermee helemaal aan op de missie van de opdrachtgever: “De natuur dichterbij de mensen brengen en de mensen dichterbij de natuur.”

Bouwt ons architectenbureau binnenkort een natuurcentrum voor uw organisatie?

Meer informatie over Stad & Natuur en de Kemphaan vindt u op de website www.stadennatuur.nl.

Hier vindt u meer foto’s van de architectuur van Natuurcentrum Het Eksternest.

Wilt u meer weten over de architectuur van dit natuurcentrum, of wilt u weten hoe ons architectenbureau een natuurcentrum voor uw organisatie kan realiseren?

Maak dan een afspraak via 036 54 02 900 of info@70f.com We ontmoeten u graag binnenkort.

De weidezaal (waar u hier de glaswand van ziet) lijkt, net zoals de waterzaal, uit het hoofdgebouw te zijn geschoven. De muren en de vloer “zweven”.
De weidezaal (waar u hier de glaswand van ziet) lijkt, net zoals de waterzaal, uit het hoofdgebouw te zijn geschoven. De muren en de vloer “zweven”.
Door het trappetje hebben de leerlingen het idee dat ze letterlijk de natuur in stappen.
Seventy.F wins Prix Versailles 2018
June 16, 2018

Yes! Our architectural office has won the Prix ​​Versailles 2018. We made the most beautiful restaurant in Europe.

more...

Visitor Pavilion Duivenvoorde was chosen by the jury of the Prix Versailles as the best project in the restaurant 'exterior' category in Europe. Hof van Duivenvoorde is the visitor's pavilion that belongs to Landgoed en Kasteel Duivenvoorde , a national monument in Voorschoten. The Duivenvoorde Foundation was the client and asked us to design a building that would look like a barn, but at the same time be transparent and make guests feel welcome.

Visitor Pavilion Duivenvoorde: Duivenvoorde Castle . Voorschoten, 2018


The Prix Versailles focuses on projects that link 'commerce' and 'culture' in four types of building: hotels, shopping centers, shops and restaurants. Projects cannot be nominated; the Prix Versailles organization and international jury selects the winners. The selection was announced on April 26 during a major international presentation in Algiers. Bas ten Brinke, architect and owner of 70F architecture, was personally present to receive the prize.

Do you also want to build an award-winning building?

Contact us.

036 54 02 900

info@70f.com  

We are happy to meet with you without obligations to see what we can do for you.

De kracht van de natuur: natuurinclusief en bio-based bouwen
September 11, 2020

Duurzaam bouwen; wij doen al 20 jaar niet anders. Maar duurzaamheid is tot een containerbegrip geworden en het is tijd voor meer duiding. Circulariteit is de nieuwe duurzaamheid. Maar als het gaat om de ontwerpparameters, wordt steeds meer gesproken over natuur-inclusieve en bio-based bouwen.

more...

Natuurinclusief bouwen is eigenlijk niet meer dan ‘de natuur betrekken bij het gebouw’. Rekening houden met de ruimtelijke context is niet meer voldoende; de gebruikte ontwerpoplossingen moeten ook een meerwaarde bieden voor de flora en fauna in de omgeving. Denk aan gevels waar insecten of kleine dieren gebruik van kunnen maken, zoals een insectenhotel of een oeverzwaluwwand.

Sheepstable: Almere, The Netherlands, 2015

Flamingo Visitor Center: Abu Dhabi - Al Wathba Wetland Reserve. 2020

Bij bio-based materiaalgebruik gaat het over het gebruik van ‘gegroeide’ materialen. Het meest eenvoudige voorbeeld hiervan is natuurlijk hout, het materiaal waar ons bureau groot mee is geworden (de schaapskooi en bezoekerscentrum Duivenvoorde). Andere voorbeelden zijn bamboe (Bezoekerscentrum Flamingo – Abu Dhabi), maar ook hennep en vlas (villa Witkamp). Een subgroep van deze materialen zijn de kunstmatig samengestelde materialen, maar samengesteld uit natuurlijke grondstoffen. Verf op basis van terpentijn (niet terpentine) bijvoorbeeld, of bio-foam in plaats van EPS; piepschuim gebaseerd op plantaardige biopolymeren, in tegenstelling tot fossiele polymeren.

Ons meest recente project dat natuurinclusief en bio-based ontworpen is, is het Flamingo paviljoen in Abu Dhabi; de hoofddraagstructuur bestaat uit een groot aantal lokaal geteelde bamboe kolommen, bij elkaar gehouden met cementloos beton, waarbij de beton is samengesteld uit lokaal verkregen en vermalen sloop-beton; dus eigenlijk beton zoals we het kennen, maar gebruikmakend van restafval als vulmiddel en een biopolymeer als bindmiddel.

De CO2 footprint van dit beton is ongeveer 80% kleiner dan die van traditioneel beton. Door toepassing van deze materialen is het gebouw niet alleen grotendeels bio-based, maar past het ook meteen in haar context; een natuurreservaat.

Het gebouw is geplaatst in een moerastuin en opgetild. Het buitengebied biedt niet alleen schaduw en een beschutte plek voor de lokale fauna; ook de vochtigheid is hier heel anders en wordt voorzien door een natuurvijver. Veel natuur-inclusiever wordt het niet!

Een ander mooi voorbeeld is ons ontwerp voor een surfhotel in Dakhla, in de West-Sahara. De context is een gevoelig kustgebied, de oplossing een lokaal geïnspireerd en gebouwd landschap van verblijfsunits.

Hotel Dakhla: Western Sahara, Morocco, 2019

De lokale bevolking bouwt met lokale technieken aan dit über-hippe surf-hotel. De draagconstructie is opgebouwd uit traditionele lokaal geproduceerde bakstenen (gedroogd in de zon), terwijl de waterdichte afwerking wordt verzorgd door het in Marokko ontstane tadelakt; een waterdichte sierpleister op basis van natuurlijke hydraatkalk (geen Portlandcement), dat momenteel ook in Europa veel in badkamers wordt toegepast. Door deze toepassing is niet alleen het complex lokaal eenvoudig uitvoerbaar, het past als vanzelf in de gevoelige context en het betrekt de lokale bevolking en tradities in het proces.

Natuurinclusief en bio-based bouwen is een vorm van bouwen die de wereld verder gaat brengen!



Blogs

Architecture is always on the move, just like our company. That’s why we take you with us on our journey in these short blogs. We share our news, inspiration and projects. You will also get to know more about our team, our hometown and our clients.

Do you never want to miss anything? Then our blog page is for you!

SEVENTY F